Onderzoek: Dublinpilot

Onderzoek naar de Dublinpilot

Als onderdeel van het Programma Ongedocumenteerden Amsterdam liep van 1 juli 2019 tot april 2021 de Dublinpilot. Deze had als doelstelling om zogeheten ‘Dublinclaimanten’ – mensen die een ‘Dublinclaim’ opgelegd hebben gekregen – warm over te dragen naar het land van de Dublinclaim. In de praktijk werd deze doelstelling, op een uitzondering na, niet behaald.

 

Onderzoek

 

De RgOA onderzocht de belangrijkste belemmeringen die Dublinclaimanten ervaren bij een warme overdracht naar het land van Dublinclaim. Ze heeft haar bevindingen uitgewerkt in het rapport ‘(G)een weg terug?’. De hoofdlijnen zijn hieronder samengevat.

 

 

De Dublinclaim

 

De EU-lidstaten hebben in de Dublinverordening vastgelegd dat het eerste EU-land waar iemand met een asielverzoek aankomt, verantwoordelijk is voor de inhoudelijke behandeling van dat verzoek. Als iemand vervolgens door reist naar bijvoorbeeld Nederland, kan Nederland hen een ‘Dublinclaim’ opleggen, waarmee Nederland zegt ‘niet hier, maar in het eerste land moet de asielaanvraag afgehandeld worden, ga daarnaar terug‘.

 

In plaats van terug te keren, verblijven veel Dublinclaimanten echter ongedocumenteerd in Nederland tot de Uiterste Overdracht Datum – na 18 maanden – verloopt. Na het verstrijken van de UOD mogen zij wel een asielverzoek in Nederland indienen.

 

Voor deze groep startte de gemeente Amsterdam de ‘Dublinpilot’; om hen te bewegen richting een warme overdacht naar het land van de Dublinclaim. Dat doel werd – grotendeels- niet gehaald. RgOA onderzoeker Dr. Joan van Geel onderzocht de belemmering die de Dublinclaimanten ervaren.

 

Wie zijn deze Dublinclaimanten?

 

Drie eigenschappen typeren de Dublinpopulatie in Amsterdam: een overwegend slechte  gezondheid, jonge leeftijd, en hun mobiliteit. De gemiddelde leeftijd is 25 jaar. De jonge leeftijd en slechte gezondheid maakt hen enerzijds kwetsbaar. Anderzijds hebben ze tijdens de lange reis die zij hebben ondernomen veel zelfstandige en ingrijpende keuzes moeten maken. Veerkracht en kwetsbaarheid tezamen kenmerken Dublinclaimanten, ze sluiten elkaar niet uit.

 

De deelnemers aan de Dublinpilot bestonden voor 26% uit vrouwen en 74% uit mannen. Eritreeërs (63%) vormen de grootste nationaliteit onder Dublinclaimanten, gevolgd door Nigerianen (22%). Verreweg de meeste Dublinclaimanten (71%) hebben een Dublinclaim Italië opgelegd gekregen. De overige groep heeft een claim in Zwitserland (11%), Duitsland (7%), en de laatste 10% in overige Europese landen.

 

Waarom werken ze niet mee aan overdracht?

 

Samenvattend kan worden gesteld dat mensen in het land van Dublinclaim een gebrek aan perspectief ervaren en daarom doorreizen naar Nederland. Uit gesprekken met Dublinclaimanten blijken de volgende belemmeringen, of een combinatie daarvan, hen ervan te weerhouden om mee te werken aan overdracht:

 

 

Gedurende het verblijf in het land van Dublinclaim doen mensen (een combinatie van) bovengenoemde ervaringen op of zijn ervan getuige. Daarom zien mensen geen positief en/of duurzaam toekomstbeeld voor zich in dit land. Dublinclaimanten komen naar Nederland in de verwachting hier wel een toekomst op te kunnen bouwen.

 

Het antwoord op de onderzoeksvraag, ‘Welke belemmeringen ervaren Dublinclaimanten bij (medewerking aan) een warme overdracht aan land van Dublinclaim?’ luidt daarom:

 

Dublinclaimanten besluiten de 18 maanden Dublinclaim termijn dakloos te overbruggen in Nederland bij een gebrek aan een duurzaam toekomstperspectief in het land van Dublinclaim waaraan zij moeten worden overgedragen volgens de Dublinverordening. In Nederland zien zij – na de 18 maanden – wel een mogelijk toekomstperspectief. Omdat de financiële en psychosociale offers van de reis naar Europa hoog waren, is het hen waard deze periode te overbruggen.

 

Het Volledige rapport ‘(G)een weg terug‘ is op te vragen via het contactformulier.

Top